Voor etikettering van opgeslagen gevaarlijke stoffen geldt onder meer artikel 17 van de CLP verordening. Een pictogram dat visueel het gevaar aanduidt van de gevaarlijke stof is onderdeel van het etiket. In een PGS 15 loods zullen verpakte goederen zijn opgeslagen. Dit kan een buitenverpakking, tussenverpakking en binnenverpakking of een enkele verpakking betreffen.
In beginsel dienen de verpakkingen geëtiketteerd te zijn conform de CLP verordening. Een uitzondering op deze verplichting is, zoals hierboven beschreven onder “Verschillen ADR- en CLP-pictogrammen”, opgenomen in artikel 33. Deze uitzondering geldt uitsluitend voor het CLP-pictogram op de buitenverpakking, mits de tussen- en binnenverpakking volledig conform CLP zijn geëtiketteerd, inclusief het betreffende CLP-pictogram. De uitzondering geldt tevens voor een enkele verpakking. Wellicht ten overvloede: het, onder voorwaarden, achterwege kunnen laten van het CLP-pictogram ontslaat de werkgever niet van de verplichting de overige kenmerken van het CLP-etiket aan te brengen.
Indien bovengenoemde buitenverpakking en enkele verpakking conform ADR zijn voorzien van gevarenpictogrammen, hoeft het overeenkomstige CLP-pictogram niet aangebracht te worden, mits het geen gevaar betreft dat alleen door een CLP-pictogram wordt aangeduid, zoals een CMR-stof.
Op zoek naar een PGS15 cursus of Cursus Basiskennis gevaarlijke stoffen?